Deze tuinplanten kun je gemakkelijk zelf stekken

Tuinplanten stekken is niet zo ingewikkeld als het lijkt. Sterker nog: veel tuinplanten kun je zelf eenvoudig vermeerderen. Maar hoe doe je dat? En welke planten hebben de meeste kans op geslaagde stekjes? Blogger Sevencouches nam de proef op de som met de vlinderstruik.

Alles over tuinplanten stekken

Stekken is de benaming voor het vermeerderen van planten: een bestaand exemplaar gebruiken om nieuw groen te creëren. Lange tijd dacht ik dat het stekken van planten een moeilijke klus was waar je duidelijke plantenkennis en groene vingers voor moet hebben. Niets is minder waar. In dit artikel lees je welke planten je redelijk eenvoudig zelf kunt vermeerderen, hoe je dat doet en waar je op moet letten.

Waarom tuinplanten stekken?

Er zijn tal van redenen te verzinnen om zelf stekjes te maken. Van sommige planten kun je op die manier snoeiafval hergebruiken. Tuinplanten zijn niet goedkoop – en je hebt er vaak meer nodig dan je dacht. Door oude planten te vermeerderen, bespaar je op de aankoop van nieuwe planten. Uiteraard is daar wel wat geduld voor nodig – een stek heeft een tot twee jaar nodig om een beetje plant te worden. Heb je zelf geen ruimte (meer) in je tuin, maar vind je het toch leuk om te experimenteren? Dan kun je ervoor kiezen om je stekjes weg te geven, te ruilen of te verkopen.

Welke tuinplanten kun je stekken?

In principe kun je veel tuinplanten zelf vermeerderen, maar de kans van slagen is lang niet altijd even groot. Begin eens met een lavendel, klimop (hedera) of vlinderstruik. Wanneer je nog nooit een plant hebt gestekt, zijn dit relatief makkelijke soorten om mee te beginnen. Zelf heb ik twee jaar geleden mijn eerste succesvolle stek geplant en inmiddels heb ik de smaak te pakken. Afgelopen herfst snoeide ik onze vlinderstruik, die ietwat groot werd in onze groene tuin. Van dat snoeiafval heb ik drie stekken weten te maken.

Wanneer stekken?

De beste periode om nieuwe plantjes te maken is wanneer de oude plant in rust is en niet meer groeit. In de herfst of lente bijvoorbeeld. Wil je de stekjes direct in de volle grond zetten, dan is oktober de beste maand. De grond is dan nog warm – en dat is ideaal om stekjes te laten wortelen. Laat je de planten in huis of de garage overwinteren? Dan is de tijd van het jaar minder van belang.

(tekst gaat door onder de foto’s)

Stekjes maken: zo doe je dat

Er zijn verschillende manieren om stekjes te maken. De meeste kans op succes heb je wanneer de stek eerst wortels krijgt voor je ‘m in de grond zet. In dit voorbeeld gebruik ik de vlinderstruik.

Vlinderstruik stekken

Stap 1: Snoeien of knippen

Knip een paar goede takken uit de plant of snoei deze terug tot zo’n 20 centimeter boven de grond. De takken die het meest geschikt zijn om te stekken hebben een houten stengel en minstens twee zijtakken of knoppen.

Stap 2: Wortelen

Zet de bruikbare takken in een vaas met schoon water. Ververs het water om de paar dagen om de kans op schimmelvorming te verkleinen. Na een week of vier gaan de stelen wortels krijgen. Dan kunnen de stekjes in de grond. Laat je de stekken binnen overwinteren? Gebruik speciale stekgrond en zet de stelen goed rechtop. Plaats op een lichte plek niet te dicht bij de verwarming.

Stap 3: Verzorging

In de winter zullen de stekjes weinig doen (hoewel mijn stekken wel meer blad hebben gekregen). Geef af en toe een beetje water, maar overdrijf niet.

Stap 4: De grond in

Wanneer de laatste nachtvorst is geweest, zo in april of mei, kun je de stekken in de volle grond of een pot buiten zetten. Vlinderstruiken groeien snel: grote kans dat je na de zomer al een bescheiden struikje in de border hebt staan. Succes!

(tekst gaat door onder de foto’s)

Meer tuinideeën, budgettips of snelle zelfmakers? Kijk dan eens op www.sevencouches.nl.